Wijzigingen aan de Wet betreffende bestrijding betalingsachterstanden - Impact?

De wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties (de WBA) is één van de meest mis begrepen en minst toegepaste wetgevingen. De bepalingen ervan dienen gelezen te worden als bescherming van de zwakke schuldeiser, bijvoorbeeld de bakker om de hoek die levert aan een grote supermarktketen. Maar de toepassing is veel ruimer en belangt elk bedrijf aan dat goederen of diensten levert aan een ander bedrijf, en zeker vanaf 01/02/2022. U bent maar beter goed voorbereid met een effectieve nalezing van uw algemene voorwaarden en aanpassing aan de spelregels van deze nieuwe wetgeving.

Een zwakke schuldeiser tegenover een sterkere schuldenaar

Een zwakke schuldeiser belandt niet zelden in een situatie waarbij de sterkere schuldenaar zijn voorwaarden oplegt, waarin bijvoorbeeld wordt gesteld dat er pas 120 dagen einde maand wordt betaald na ontvangst van de factuur en de factuur pas mag verstuurd worden ten vroegste een maand na factuurdatum.

Resultaat: een erg lange betaaltermijn, die dan nog voor minstens 1 maand kan verlengd worden met de termijn die nodig is om de geleverde goederen te controleren. Een extreem voorbeeld, maar het komt voor.

Wat verandert er vanaf 01/02/2022?

Een aanpassing op de Wet betreffende bestrijding betalingsachterstanden werd goedgekeurd en gepubliceerd en gaat in vanaf 1/02/2022.

1) Maximale betaaltermijn tussen ondernemingen van 60 kalenderdagen:

 

  • Indien er geen betaaltermijn is overeengekomen, dan geldt er een betaaltermijn van 30 kalenderdagen vanaf de ontvangst van de factuur dan wel vanaf de ontvangst van de goederen of diensten;
  • Indien er wel een betaaltermijn is overeengekomen, dan geldt deze contractuele termijn maar deze mag niet meer dan 60 kalenderdagen bedragen (Betalen 120 dagen einde maand is dus niet langer een optie);
  • Een beding in een overeenkomst dat voorziet in een langere betaaltermijn dan 60 kalenderdagen wordt voor niet geschreven gehouden;

 

Wat zijn de gevolgen voor bedrijven?

Bedingen die voorzien in een langere betaaltermijn dan 60 kalenderdagen zullen als ongeschreven worden aanzien. U doet er best aan uw algemene voorwaarden te controleren en advies in te winnen.

Facturen zullen bij een aantal bedrijven sneller ‘over datum’ gaan, wat de werkdruk op hun debiteurenbeheer zal vergroten. Op een vast aantal dagen na vervaldatum onbetaalde facturen doorgeven aan Intrum, helpt uw financiële afdeling.

 

2) Ontvangstdatum factuur kan niet langer contractueel vastgelegd worden

 

  • De schuldenaar dient de schuldeiser te voorzien van alle informatie die nodig is opdat de schuldeiser de factuur kan uitreiken;

  • Deze info dient uiterlijk bij ontvangst van de goederen of prestatie van de diensten geleverd te worden;

  • Indien er een procedure voor aanvaarding of controle van de goederen of diensten voorzien is, dan is deze termijn inbegrepen in de geldende betaaltermijn (De betaaltermijn verlengen met de termijn die nodig is om de geleverde goederen of diensten te controleren die dan ook nog minstens een maand bedraagt, is niet langer een optie).

 

Wat zijn de gevolgen voor bedrijven?

Zelfs bij bestaande contracten die dergelijke bedingen bevatten, zal deze praktijk niet meer kunnen worden toegepast vanaf 01/02/2022. Dit is ongetwijfeld goed nieuws voor de zwakke schuldeiser.

 

3) Intresten MOETEN opgelegd worden

 

  • Indien de schuldeiser zijn contractuele en wettelijke verplichtingen heeft vervuld én het verschuldigde bedrag niet heeft ontvangen, dan wordt het openstaande bedrag vanaf de daaropvolgende dag van rechtswege en zonder ingebrekestelling verhoogd met de intrest (Voorheen had de schuldeiser hier recht op, m.a.w. hij kon het eisen maar hij hoefde het niet te eisen, terwijl hij vanaf 01.02.2022 niet langer een keuze heeft, het openstaand saldo wordt sowieso opgehoogd met de voorziene intrest);
  • Indien er geen intrestvoet is overeengekomen, dan geldt de B2B wettelijke intrestvoet;
  • Indien er wel een intrestvoet is overeengekomen, dan geldt deze contractuele intrestvoet.

 

Wat zijn de gevolgen voor bedrijven?

Bedrijven worden beperkt in hun recht om de interest niet op te eisen.

 

4) € 40 ter compensatie van de invorderingskosten van de schuldeiser MOET opgelegd worden

  • Als er verwijlintrest verschuldigd is, dan wordt het openstaande bedrag van rechtswege en zonder ingebrekestelling verhoogd met een forfaitaire vergoeding van 40€ voor de invorderingskosten van de schuldeiser 

 

Wat zijn de gevolgen voor bedrijven?

Bedrijven worden beperkt in hun recht om de vergoeding van € 40 niet op te eisen.

Uw actieplan

  1. Stap 1: Start nu met de controle van uw huidige algemene voorwaarden. Uw  algemene voorwaarden vormen immer nog steeds de hoeksteen van een solide credit management aanpak.
  2. Stap 2: Zijn uw algemene voorwaarden niet in lijn met deze nieuwe wetgeving, pas dan uw algemene voorwaarden aan.

Heeft u vragen hoe de algemene voorwaarden aan te passen met het oog op een optimale samenwerking met Intrum?
 

Aarzel niet om contact op te nemen met uw Account Manager bij Intrum. Of bel 09 265 65 20.

Stel uw vraag

Stel uw vraag over de gewijzigde wet via onderstaand formulier en krijg advies van een ervaren credit management expert. Wij verwerken uw gegevens en antwoorden zo spoedig mogelijk.

Vul de velden in en klik "verzenden":